Aantallen en verspreiding van
broedvogels en wintervogels
in Brussel

Methode

Onderzoek op basis van atlashokken

De basiseenheid voor het onderzoek in het kader van Brusselse Vogelatlas bestaat uit atlashokken van ongeveer 1 km².

Twee soorten bezoeken

  • Gewone bezoeken. Bezoek alle biotopen binnen je atlashok minstens 3 keer gedurende elk seizoen (broedseizoen en winter).
  • Gestandaardiseerde uurbezoeken. Bezoek je hok elk telseizoen 2 keer gedurende exact een uur. Elk bezoek dient te worden uitgevoerd binnen een vooraf afgebakende telperiode.

Gewone bezoeken

  • Opstellen van een zo volledig mogelijke lijst van zowel broed- als wintervogels in je atlashok.
  • Alle biotopen in je hok minstens 3 keer per seizoen bezoeken.
  • In het broedseizoen zoveel mogelijk bezoeken ‘s ochtends uitvoeren.
  • Tijdens het broedseizoen voor alle minder algemene soorten een zo hoog mogelijke broedcode proberen vast te stellen.
  • Voor de algemene soorten: het aantal territoria (broedseizoen) of overwinteraars (winterseizoen) trachten in te schatten op basis van 6 abundantieklassen: A: 1 tot 5, B: 6 tot 10, C: 11 tot 20, D: 21 tot 40, E: 41 tot 80 en F: meer dan 80. Indien mogelijk mag ook een exact aantal worden doorgegeven.
  • Lokaliseren van slaapplaatsen en kolonies, ook van algemene soorten.
  • Voor de minder algemene soorten, tracht het aantal territoria/overwinteraars zo nauwkeurig mogelijk vast te stellen, en duid deze aan op kaart.
  • Aanvullende gegevens die verzameld worden via Waarnemingen.be worden toegevoegd aan de atlaswebsite.

Gestandaardiseerde uurbezoeken

  • 4 afgebakende telperiodes: van 1 april t.e.m. 15 mei, van 16 mei t.e.m. 30 juni, van 1 december t.e.m. 15 januari, en van 16 januari t.e.m. 28 februari (in elk van deze periodes 1 bezoek van exact 1 uur).
  • Tussen 2 van deze bezoeken binnen hetzelfde hok dienen er 2 weken tussen te zijn.
  • In het broedseizoen worden deze bezoeken ‘s ochtends uitgevoerd, in de drukkere regio’s van het gewest is het aangeraden om op zondagochtend op pad te gaan.
  • Tijdens dit uur doorkruis je het hele hok, waarbij je zorgt dat je alle aanwezige habitats bezoekt, en je noteert alle soorten en hun aantallen.
  • De minder algemene soorten worden op kaart aangeduid.

Beknopte weergave van het voorgaande.